vrijdag 23 maart 2012

Rustig rondploffen en kleurrijke aanvaring met dorpelingen


Mooie uitzichten
Met de backpacks op de Royal Enfield ploffen we vanuit Pushkar rustig richting Devgarh. Onderweg lassen we een paar pitstops in om de motor te laten afkoelen en om zelf bij te tanken. Omdat het rijden goed gaat, besluiten we door te rijden naar Kumbhalgarh. De navigatie  besluit ergens in een gehucht dat dit onze bestemming moet zijn. Dit klopt niet helemaal helaas en nadat we een (té) ingewikkelde routebeschrijving krijgen van een behulpzame jongeman, springt deze spontaan op zijn motor, met twee vrienden achterop, om ons de 50 resterende kilometer persoonlijk te begeleiden. Geweldig! Dit is meteen ook het snelste (Joep kon het nauwelijks bijhouden met de zware bepakking) en mooiste ritje van de dag; we rijden de zonsondergang tegemoet via een slingerbergweg door allemaal kleine dorpjes en graanvelden. Deze route hadden we zelf nooit gevonden.
De volgende dag rijden we via een mooie bergweg fort Kumbalgarh tegemoet. Dit is het meest indrukwekkende fort dat we ooit gezien hebben. In het prachtige landschap zien we de enorme muur (de langste na de Chinese muur!) verdwijnen aan de horizon. Nadat we een flinke verkenningstocht in het fort hebben gemaakt en een stuk over de muur hebben gelopen, maken we nog een mooie tour door de omgeving.

Fort Kumbalgarh
De volgende dag vertrekken we naar Udaipur... denken we. Als we een paar minuten op weg zijn, komen we uit bij een wegbarricade, bestaande uit een afzetting van stenen en een groep kinderen met flessen kleurwater als munitie. Ze willen geld hebben, anders mogen we niet door en worden we met het kleurwater ondergegooid. Onwetend als we zijn, vertellen we ze vriendelijk dat Holy afgelopen is, dat het leuk was, maar dat we nu graag door willen. Maar ze zijn niet zo toegeeflijk. Binnen no time zitten we onder de kleuren. Alleen vinden we het nu niet zo grappig, omdat we onze goede kleren aan hebben. Ook zitten de backpacks al snel onder en de staart van Angélique die onder de motorhelm uitkomt is knalblauw! Om de paar minuten komen we weer bij een soortgelijke barricade uit. Overal hetzelfde gezeik. Het vervelende is dat de kinderen behoorlijk onbeschoft en aggressief zijn, en met heel veel. Ook maken ze smerige gebaren naar Angélique en zijn ze handtastelijk. Dat is dan weer het nadeel van een motor. De toeristen die in taxi´s voorbij komen, aanschouwen het tafereel veilig vanachter glas. We worden zo onderhand flink pissig en bij de zoveelste afzetting stapt Angélique af om zelf de stenen weg te schoppen. Als er dan een jongen dreigend op haar af komt met een fles roze water, pakt ze de fles af en smijt deze in de greppel. Vervolgens nemen er een paar kinderen stokken in de hand en slaat iemand Angélique op de rug. Joep ziet dit en stapt kwaad af om een pak slaag uit te delen. Nadat een paar andere gedupeerden uit hun veilige taxi zijn gestapt om te helpen, besluiten we dat we beter rechtsomkeer kunnen maken. We rijden ge-escorteerd door de auto´s weer terug naar Kumbalgarh. Blijkbaar hebben we vandaag een after-Holy traditie meegemaakt, die door veel dorpelingen nogal ruim genomen wordt; ze zien dit als de jaarlijkse bron van gemakkelijke inkomsten. Best begrijpelijk, alleen jammer van de manier waarop. Als we dit hadden geweten, waren we duidelijk niet op pad gegaan vandaag.

Tempel bij Kumbalgarh
Nadat we met koekjes, chocolade, een bad en een movie channelavond weer tot rust zijn gekomen, vertrekken we de volgende dag voor poging twee. In sommige dorpen verwelkomen de kinderen (onder toezicht van hun ouders, die dit blijkbaar normaal vinden) ons nog met barricades, maar we geven ze wat geld en kunnen verder zonder problemen doorrijden. Door de vervelende nasmaak van gisteren, is deze rit echter niet zo ontspannend. We zijn een beetje geschrokken van het gedrag en de opstandigheid van de dorpelingen. Gelukkig is de omgeving wel erg mooi.

Onze helmpjes
In Udaipur aangekomen, ook wel het Venetië van het Oosten genoemd, kijken we ´s avonds op een dakterras naar de film Octupussy (007), die hier is opgenomen. Ondertussen kijken we uit op het Bond-eilandje in het meer. Dat is nog eens 3-D film kijken! De Indiërs van het restaurant kunnen de tekst dromen; ze kijken de film iedere avond mee (zou dit iets met de bikini scenes te maken hebben)? In Udaipur informeren we naar een geschikte route naar Mount Abu. Helaas horen we uit verschillende hoeken dat dit geen aanbevolen rit is. Het schijnt onveilig te zijn, omdat de dorpelingen op regelmatige basis toeristen overvallen. 
Olifant in Udaipur
Ook horen we een verhaal over twee hikers die bebloed en in slechts hun onderbroek weer terugkwamen, nadat ze ´s nachts beroofd waren tijdens hun kampeeravontuur. Hmm, na onze after-Holy kater, spreekt dit ons niet erg aan. Bij de verkenning van Udaipur worden we ook een beetje gek van het non-stop geschreeuw om aandacht van de locals. Zelfs als je met elkaar aan het praten bent, beginnen ze er luidkeels doorheen te praten om iets te verkopen. Het is lastig om een momentje rust te krijgen. Omdat we ook hadden verwacht dat we dagelijks langere afstanden konden afleggen met de motor (ieder uur moet de motor afkoelen), besluiten we om de motor terug te verkopen in Pushkar. ´s Avonds nemen we voor de ontspanning een yogales, gegeven door een 62-jarig mannetje. Na een aantal rek- en strekoefeningen, waarbij we moeten ontgassen (?!) moeten we gekke keelgeluiden uitstoten; dit schijnt heel gezond te zijn. Het is maar goed dat we ergens op een onzichtbaar dakterras zitten! Na een kopje chai kunnen we er weer helemaal tegenaan. Ook vinden we nog een heerlijk restaurant waar we sinds lange tijd weer een heerlijk kippetje eten met aardappeltjes.

Nadat we genoeg hebben gezien van Udaipur, rijden we door de bergen met vele marmerbedrijven terug richting Devgarh. Onderweg stoppen we bij een paar wegrestaurants voor chai met chips, waar de vrachtwagenchauffeurs liggen te relaxen op bedden. Wij zijn de enigen die op een stoel gaan zitten. Sommige mensen lijken de hele dag te liggen. Ze eten ook liggend. En ze staren naar ons. Het ziet er maar lam uit, vinden we.

De Royal Enfield met backpacks
Na een overnachting in Devgarh bereiken we op zaterdag Pushkar, waar we onze motorverkoper opzoeken. Volgens zijn astrologie mag hij alleen op zaterdag zaken te doen, want dat brengt hem geluk. Om iets voor middernacht koopt hij de motor weer terug. Ook helpt hij ons om een treinkaartje naar Delhi te regelen. Heel tof van hem. We hebben voor ons gevoel voldoende gezien van Inda... Tijd voor rustigere oorden!

De smaakmakers van de week:
  • Hoofdrekenen kunnen ze hier niet; ze pakken overal het rekenmachine bij. Zelfs bij 150 RS + 150 RS. Of bij 200 RS + 20 RS. En dan nog maken ze fouten (vaak in ons voordeel).
  • Als je hier bedelaars geld geeft, willen ze altijd meer.
  • Als men `ja´ zegt, schudt men ondertussen vertwijfeld `nee´.
  • Lekker efficiënt: als ze bij één persoon de bestelling opnemen, lopen ze direct weg. Zonder de bestelling van de ander aan te horen. Glazen pakken ze boven aan de rand vast. En alle tafels plakken, net als de zoutpotjes en de ketchupflessen.

maandag 19 maart 2012

Een smerig ziekenhuis, Holy festival en... toch een Enfield!


Old school strijken
Bij een motor hoort een verzekering en daar moeten we in Jodhpur drie dagen op wachten. Tijd voor wat sightseeing dus. We drinken lassi en verse fruitsapjes, bezoeken het fort, het zoo (waar het flink tekeer ging in het water: volgend jaar hebben ze hier babykrokodillen) en lopen door de kleine, drukke straatjes in het oude centrum. Regelmatig rennen er hyperactieve kinderen op ons af die ¨Helloow!¨, ¨Where are you from?!¨en ¨100 Rupees!¨ schreeuwen. Erg onbeleefd en irritant vinden we. Ook maken veel kinderen vreemde opmerkingen en rare, vunzige gebaren; een goede opvoeding krijgen ze hier duidelijk niet. En omdat de hele stad een publiek urinoir lijkt te zijn, ruikt het overal niet al te fris. Al met al vinden we het niet zo´n fijne stad en kunnen we niet wachten om te vertrekken.

Imposante fort van Jodhpur
Helaas is Joep nu aan de beurt met ziek zijn. Na een nachtje kotsen lijkt het beter te gaan en spreken we met Marie (van de spannende busrit naar Jammu) af om samen te eten. Joep voelt zich na het eten weer niet goed en gaat terug naar het guesthouse. Daar aangekomen krijgt hij een hevige koorstaanval en begint hevig en ongecontroleerd te bibberen. Met moeite lukt het om met trillende vingers Skype te starten en Angélique te bellen, die er meteen aankomt met Marie. Bij het guesthouse aangekomen, treffen ze een in de slaapzak gerolde, van top tot teen rillende, gloeiendhete, bleke Joep aan. Help! Snel op naar het ziekenhuis... met de riksja (wat anders?)! De eigenaar van het guesthouse verzekert ons dat dit echt een goed ziekenhuis is. Onze reisverzekering heeft geen contacten in Jodhpur, dus daar vertrouwen we dan maar op.
Gang in het gore ziekenhuis
Gelukkig gaat het trillen onderweg over; wellicht dankzij de fleecetrui, icebreaker en dikke muts waarin Joep is ingepakt (met een buitentemperatuur van 30 graden). Tot onze schrik zien we dat de riksja ons afzet bij hetzelfde ziekenhuis waar Akbar werkt! Bij de ingang ligt een oud vrouwtje op de grond en we worden via een smerige gang naar een superdokter gebracht; zonder enig onderzoek of informatie, schrijft hij een injectie en zware pijnstillers voor. Op de vraag of deze wel samen gaan met bijvoorbeeld malaria tabletten wordt nauwelijks gereageerd. Fijn. Achter ons ligt een man op een brancard met blote buik te kreunen. Het is nog een drukte van jewelste op dit late tijdstip (22u30?). Gelukkig voelt Joep zich al wat beter, dus rijden terug naar het guesthouse. Dan maar een oude, vertrouwde Paracetamol.
Omdat we er nog niet helemaal op gerust waren, bezoeken we de volgende dag een private hospital (dit maal zelf gevonden op internet) voor een check-up. Uit een bloedtest blijkt alles gelukkig normaal te zijn. Waarschijnlijk was het een hevige koortsaanval van de buikgriep. Kan blijkbaar voorkomen. Het zou wellicht nog malaria kunnen zijn; dan zou het na exact 48 uur terugkomen. Afwachten dus.


Op stap met Marie en motorvrienden
Na al deze commotie, halen we de verzekeringspapieren op en beloven we die avond nog een laatste biertje met ze te drinken. ´s Avonds rijden we dus met Marie (want een vrouw alleen in een kroeg is echt not-done hier) naar de hotelbar, waar Akbar en vriend ons verwelkomen. Nadat ze een serie foto´s van ons gemaakt hebben – de bierflesjes moesten we persé vasthouden en ze wilden dat Marie en Angélique door hun gevoerd werden met nootjes, NIET DUS - , staan ze erop om ons af te zetten bij ons guesthouse en nemen we daar afscheid. Een beetje vreemd zijn ze, maar wel aardig. 

Dorpelingen helpen ons onderweg
Eindelijk kunnen we vertrekken! ´s Morgens binden we de tassen op de motor (damn, dat gaat best lastig op zo´n klein motortje) en rijden naar Pushkar. Dit valt een beetje tegen; over 200 kilometer doen we zeven uur. Ook heeft Angélique een geblutst achterwerk van de hobbels in de weg en pijnlijke knieëen, omdat die in een onnatuurlijke hoek staan. In de schemer komen we aan op onze bestemming, waar we in een relaxed guesthouse bijkomen van de rit.
Als we de volgende dag pelgrimsdorp Pushkar verkennen (no meat, no eggs, no alcohol) stuiten we bij een garage op een paar mooie Royal Enfield´s. We maken een proefritje, en tja, het is toch echt een stuk comfortabeler en er is ook meer ruimte voor de backpacks. En dan het geluid...! We besluiten (te snel?) de Kawasaki in te ruilen voor een veel stoerdere Enfield. ´s Middags lopen we Roxy weer tegen het lijf, waarmee we ´s avonds eten en een Special Water (bier uit een theepot) nuttigen.

Joep krijgt Hindi inwijding
De volgende dag kijken we toe hoe locals zich wassen in de Ghats aan het meer. Hier zien we, tussen de koeien en duiven, zelfs dames in blote borsten. Omdat het een heilig ritueel is, wordt dit gezien als functioneel naakt? Verder kopen we een setje goedkope wegwerp-kleren die we na 24 uur weer aan de vuilnisgod zullen opofferen. We gaan morgen namelijk Holy vieren; een jaarlijks festival waarbij men gekleurde poeders naar elkaar gooit!

Happy Holy!
Nadat Angélique haar blonde haren heeft beschermd met een plastic zak (charming!) gaan we ´s morgen rond 10u de straat op. Al snel komen Indiërs poeder op onze wangen smeren: ¨Happy Holy!¨. We schaffen bij een kleurenpoederkraampje onze eigen munitie aan en binnen no-time zitten we helemaal onder de kleuren. Het is een gekkenhuis: er worden emmers verf van de daken gegooid, koeien zitten onder en er wordt met flessen kleurwater gesproeid. Iedereen staat te dansen en te springen op stevige Goa housemuziek (en dat ´s morgens vroeg en zonder alcohol!). Traditioneel wordt bij de mannen het shirt afgerukt, zo dus ook bij Joep. Om 13u is het kleurenfestival weer afgelopen en kunnen we ons gaan afschrobben onder de douche.

Dit is ´m dan, onze Royal Enfield
De volgende dag stappen we met de backpacks op de Enfield en halen de verzekeringspapieren op in Ajmer. Helaas stopt de motor er onderweg twee keer mee. Nadat we nog drie keer stil komen te staan, besluiten we terug te rijden naar Pushkar. Daar blijkt dat de bougie kapot is. Omdat de gasschuif ook vastloopt, wordt er ook een andere carburateur gemonteerd. Na een extra proefrit rondom Pushkar lijkt het erop dat we nu wel klaar zijn voor ons motor avontuur!
  • Joep is niet meer gaan trillen en heeft dus geen malaria.
  • We trekken veel bekijks op de motor (zijn zelfs een beetje bang dat we ongelukken veroorzaken) en krijgen onderweg eten aangeboden door vriendelijke dorpelingen.
  • Vrachtwagen chauffeurs zijn arrogant en geschift met hun inhaalacties en dwingen ons de berm in. Levensgevaarlijk!
  • Met Holy zijn de Indische vrouwen nergens te bekennen en dus zijn de aanwezige dames de pineut die soms in hun borsten worden geknepen door losgeslagen Indische viespeukjes. Verder was het geweldig!
>> Bekijk video Holy Festival!    >> Nieuwe foto´s India

woensdag 14 maart 2012

Bucketdouches en rattentempels

Karni Mata tempel
In Rajasthan ontdekken we een compleet andere wereld; in de straten van Bikaner lopen kamelen die houten karren trekken, overal liggen koeien(flaters) en zien we vrouwen in kleurrijke sari´s en mannen met pamperbroeken. Bij ons guesthouse ontmoeten we de Nederlandse Roxy en de Canadees Simon waarmee we een biertje drinken (dat we stiekem in een papieren zak over straat moeten smokkelen!). De volgende dag delen we een riksja naar de Karni Mata tempel in Deshnok. Beter bekend als de rattentempel...! Met blote voeten (Joep althans, de rest laat de sokken aan) lopen we tussen de duizenden heilige ratten. Als er een over je voeten rent, brengt dat geluk. En mocht je een witte rat zien, dan kan je dag helemaal niet meer stuk. We kijken gefascineerd naar de Indiërs die de rattenkeutelige vloer (met her en der een stervende rat) hartstochtelijk kussen en snappen er niets van.
Slaapkamer in het Juganarh fort
Daarna bezoeken we 15e eeuwse fort Juganarh van Bikaner, wat erg mooi is en inzicht geeft in het leven van de Mughal heerser Akbar. Daarna slenteren we door het oude stadsdeel waar het stikt van de kleurrijke stoffenwinkels, kruiden, groenten en fruit. ´s Avonds is het tijd voor een bucketdouche. Het is even wennen, maar eigenlijk is het best lekker om een emmer warm water in één keer over je heen te gieten. Kippenvelmomentje.
De volgende morgen stappen we in een overvolle sleeperbus naar Jaisalmer. Dit is een bus met twee verdiepingen; de bovenverdieping bestaat uit een soort loungehokjes waar mensen liggen. Roxy en Angélique worden de hele rit ongegeneerd aangestaard door mannetjes die in het gangpad zitten. Geen wonder dat die vrouwen zich hier allemaal verstoppen onder hun sari; dat is lekker undercover. In Jaisalmer vinden we een fijn guesthouse en een wannabe-pizzeria. Ter afsluiting van de avond proberen we het populaire Indische kauwtabak. Getver, net zeep! Dus daarom zitten die mannen hier zo ranzig te rochelen en te spuwen de hele dag?!
Koeien lopen overal rond
Jaisalmer, de gouden stad, is een rustige woestijnstad in een bewoond 11e eeuws fort. We slenteren de volgende dag door de kleine steegjes en bewonderen de haveli´s; zandstenen koopmanshuizen versierd met verfijnde, gebeeldhouwde patronen. ´s Avonds zitten we met Roxy en Simon na te tafelen op een dakterras als er beneden een bruiloftsstoet voorbij komt. We zien voorop een auto rijden met loeiharde muziek (genre: Vengaboys) en daaromheen springen Indische mannen als wilden rond. De vrouwen, gekleed in prachtige sari´s, volgen het gezelschap ingetogen. Een hele rits kinderen draagt kitsche kroonluchterlampen die verlicht worden middels een mega-generator die iemand op een houten kar achter de meute aan duwt. De stoet wordt afgesloten door een Oosterse sprookjessprins op een wit paard: de bruidegom. De bruid is nergens te bekennen. Met vuurwerk wordt de optocht afgesloten; laat die huwelijksnacht maar beginnen...
Kleermakertje
De volgende dag gaat Joep op motorjacht. We missen de stop & go flexibiliteit van ons busje en overwegen om India per tweewieler te verkennen. De prijs van een Royal Enfield is hier helaas wat aan de hoge kant. Angélique brengt het grootste deel van de dag op bed door; alles wat erin gaat, verdwijnt even later weer in het toilet. Ach, dit schijnt onderdeel te zijn van de India-ervaring. ´s Avonds nemen we afscheid van Roxy en Simon en ´s morgens nemen we een wederom propvolle en supersmerige sleeperbus naar Jodhpur, de blauwe stad. Aangekomen in ons guesthouse, duiken we de kleine, drukke steegjes in. Overal zijn mensen en rijden er scooters die toeterend hun weg vinden door de meute. We vinden een rooftop restaurant, waar we rustig kunnen eten met uitzicht op de stad. Dachten we... want de rust wordt even later luidruchtig verstoord door drie verschillende moskee´s die ombeurten hun ALLAH!!-gebed verspreiden en de Hindi tempels die op de trommels beginnen te slaan. Een gesprek voeren is dan even 10 minuten onmogelijk. Hè, gezellig.
Sleutelen aan onze nieuwe motor
De volgende dag zetten we de motorjacht voort en na enige rondvraag, worden we achterop een scooter afgezet bij een zaak met tweedehands motoren. Hier staat een Kawasaki tussen met een redelijke prijs. Na het drinken van drie semi-verplichte bekertjes Chai (Indische thee met veel melk en suiker) is de deal gesloten. Nadat onze nieuwe vrienden ons uitgebreid op de foto hebben gezet met hun telefoons, beginnen ze aan de motor te sleutelen om deze rij-klaar te maken. Nieuwe accu, olie verversen, spiegels erop, toeter erop (zonder toeter besta je hier niet)... ze lassen er zelfs een bagagerekje op voor de backpacks! Om de verkoop te vieren, neemt Akbar, onze verkoper, Joep bij de hand en zo lopen ze hand in hand naar een kroegje. Dit mag weliswaar heel normaal zijn in India, maar Angélique –die erachteraan loopt- bescheurt zich bij het zien van deze typisch Indische ´friends-for-live´ actie. Joep ziet er zwaar ongemakkelijk uit, maar houdt het handje beleefd vast. Nadat ze ons gevoerd hebben met bier, chips en cola en Akbar ons trots tientallen afschuwelijk foto´s onder de neus heeft geduwd van bloederige ledematen en zelfs dode mensen (hij schijnt een soort vrijwillige ambulancebroeder te zijn en blijkbaar maken die hier foto´s van de patienten als trofee??) worden we achterop een moter bij ons guesthouse afgezet. Angélique kan hier weer net op tijd het toilet vinden om de maag te legen en brengt de rest van de avond op bed door. Joep daarentegen wordt door zijn nieuwe vrienden in een hotelbar verwacht om nog een biertje te nuttigen. Akbar en zijn vrienden komen een uur te laat en de communicatie verloopt moeizaam. Ze spreken allemaal niet echt Engels. Maar dan komt de kauwtabak weer tevoorschijn, waarna Joep ervaart dat deze toch een iets heftigere werking dan tabak blijkt te hebben. Ter afsluiting van de avond krijgt Joep een nachtelijk rondleiding in het Government ziekenhuis waar Akbar werkt en ziet hier bloedplassen op de vloer en nog veel meer gorigheid die je niet wilt zien. Verbouwereerd komt Joep die avond weer terug in het guesthouse. Wat een avond!
  • Mannen plassen hier overal en nergens, en ze plassen gehurkt. En vrouwen moeten hun behoefte doen op een betonnen vloer. Fijn.
  • Koeien eten op straat het afval op, veelal plastic. En als ze ergens fruit wegsnoepen, worden ze met een stok geslagen. Tot zover het respect voor de heilge viervoeter?
  • Al het eten is hier vegetarisch. En dat is waarschijnlijk maar goed ook.
  • Indiërs maken de hele dag herrie. Non-stop. En ´s nachts ook, dus oordopjes zijn geen overbodige luxe.
Linkjes naar de nieuwste foto´s en video´s:
Foto´s India  Mauritanië video  Ssese Island video  video rattentempel

dinsdag 6 maart 2012

Baardmannen in jurken en kalashnikovs

K2 steekt met kop en houders uit
Nadat we ´s avonds schrikverhalen hebben gelezen in de Lonely Planet over neptoeristenbureaus en houseboats from hell, wachten we ´s morgens argwanend op onze chauffeur. Gelukkig staat deze op de afgesproken tijd voor de deur, gaat op de luchthaven alles vlotjes en krijgen we onze beloofde stoelen aan de rechterkant van het vliegtuig, van waar we een prachtig uitzicht hebben op de Himalaya en de dodelijk, maar mooie K2.

Welkom in Jammu en Kashmir! In Srinager staat er weer een chauffeur klaar, en een heleboel militairen met kalashnikovs. ´No problem, sir.´ Rami, onze gastheer voor de komende dagen, verzekert ons dat de veiligheid geen probleem is. We kunnen alleen niet zonder begeleiding de straat op, en overal zijn bewapende militaire posten...
Het prachtige Dal Lake
We halen de handschoenen, muts en fleece tevoorschijn, want het is koud hier. Tijdens de rit naar onze houseboat kijken we onze ogen uit; het lijkt alsof we in een soort Oost-Europees Pakistan zijn beland. Krakkemikkige vakhuisboerderijen met open daken en plastic zeil voor de ramen en overal mannen met baarden in donkere jurken. Het doet erg armzalig en deprimerend aan. De modderwegen en overdaad aan prikkeldraad versterken het beeld.

Onze houseboat (drijvend hotel) ligt in het Dal lake. Ware het niet zo mistig, hadden we een prachtig uitzicht op de omliggende bergen gehad. We krijgen kaneelthee in de met houtkachel verwarmde zitkamer. 
Kashmiri broodbakkers!
Na een gesprek met Rami, blijkt dat de meerdaagse trekking die ons in Delhi is beloofd, ´s winters niet mogelijk is door de sneeuw. 
We stellen een alternatief programma samen: een dag trekking, een dag stadstour en een dag naar ´s werelds hoogste gondellift in Gulmarg.
´s Middags varen we met een shikara (gondel-achtige bootje) over het Dal meer naar de vrijdag markt die plaatsvindt na het vrijdagmiddag gebed; Islam is het grootste geloof hier. Onderweg genieten we vanonder ons warme dekentje van het uitzicht op de paalwoningen en de imposante bergen die het meer omringen. 
Markt in Srinagar
De markt is een interessante ervaring. Er worden gigantische, platte Kashmiri broden gebakken in pannen met kokende olie en er worden ook veel producten uit het meer verkocht, waaronder waternoten en rietwortels. Onder de lange jurken hebben de mannen allemaal een gekke bult; ze dragen een rieten mandje met warme kooltjes (een kangri) bij zich om warm te blijven. Slim!
 
Na een goede nachtrust zitten we aan ons ontbijtje, wanneer een opdringerige verkoper via zijn bootje op de onze is gesprongen en via de achterdeur binnenkomt om zijn bloembollen te verkopen. ´No problem, don´t worry, sir! You are my first customer in the morning, bring me good luck for the day. You make me very angry if you don´t buy flower!´ Hè, gezellig.

Zo vermaken de kinderen zich hier
Zo, we zijn klaar voor een stevige hike van zes uur in de Himalaya! Na een zeer boeiende autorit van 2,5 uur door het platteland van Kashmir komen we aan in Sonamarg. Joep en Angélique staan paraat in hikingboots, G1000 broek, Goretex jas en muts. De gids draagt instappertjes en een wollen jurk... en loopt mank. Dit vonden we al raar, maar al snel blijkt dat hiken helemaal niet mogelijk is. Twee meter hoge sneeuw houdt ons tegen. Nadat we over een ijzige straat tot een punt zijn gelopen waar bordjes `lawinegevaar´ staan, wil onze gids terug. We rijden naar een andere plek. Na een korte wandeling over een stijle, modderige helling met prikkeldraad komen we in een soort middeleeuws gehucht. Hier worden we uitgenodigd bij vrienden van de gids. We komen in een klein kamertje waar het gezin, dat normaal in de bergen leeft, de winter doorbrengt. Op de open haard wordt thee met veel melk en suiker gemaakt (chai) en brood gebakken. We kunnen geen woord met ze wisselen, maar het zijn erg vriendelijke en gastvrije mensen.
Thee leuten bij berggypsies

Terug bij de boot doen we ons beklag dat er niet gehiked kon worden. De kosten hiervan waren aanzienlijk, dus we voelen ons behoorlijk genept. We krijgen weinig respons. Irritant! Het enige wat onze Rami kan uitkramen is: ´I´m only human, sir, I´m not an animal. I only want you to be happy. Don´t worry, sir. No
problem´. En hadden we al vermeld dat vrouwen hier niet als gesprekspartner worden behandeld (tot grote ergernis van Angélique)? ´How was food, sir? Anything else, sir? You happy, sir?´ Grrr...

Moghul garden in Srinagar
De volgende dag bezoeken we de stad. Gids Shaffi brengt ons naar een paar mooie, oude Moghul tuinen en enkele moskees, waaronder een eeuwenoude, houten moskee: de Jama Masjid. Een tijd lang horen we een luid zingen cq schreeuwen door een megafoon. Dit blijkt van een school (madras) te komen; de kinderen moeten het nazingen. Hoezo brainwashen? Erg interessant om het alledaagse leven in Srinagar mee te maken (maar we zijn zó blij dat we hier niet geboren zijn).
 
Houten moskee
Terug in de boot zitten we lekker rustig te lezen in de woonkamer, wanneer onze bediende binnenkomt en de TV loeihard aanzet op een lokale muziekzender. Een kerel in een jurk doet vrouwelijke danspasjes en zingt een vreselijk Kaskmir-style liedje op een ongezond hoge toon. Onze bediende begint enthousiast mee te dansen en te zingen. Even later gaat hij weer weg en laat de tv aanstaan. Rare vent. Maar tegelijkertijd ook vreemdsoortig grappig. ´s Avonds besluiten we dat we genoeg van Kashmir gezien hebben en vragen we of we de volgende dag weer naar de bewoonde (lees: normale) wereld terug kunnen. Dan maar geen gondellift. Gelukkig gaat er ´s morgens om 07u00 een auto naar Jammu en kunnen we meerijden. Tijdens onze laatste nacht op de boot worden we midden in de nacht nog wakker van een zombie-achtig gezang dat over het meer komt. Erg freaky.
 
 
Autorit naar Jammu
´s Morgens halen we de Franse Marie op. Ze is dolblij dat ze ons ziet en nog blijer dat ze Srinagar kan verlaten. Ze heeft de laatste twee dagen alleen in een hotelkamer doorgebracht en heeft hier ook haar 30e verjaardag ´gevierd´ in haar uppie. Acherm. De rit van 350 kilometer naar Jammu blijkt te engste rit van ons leven te zijn. Stel je de A2 ochtendspits voor en jaag die over de St. Bernard pas. Inhalen kan overal en altijd! Gelukkig hebben wij een zeer capabele chauffeur die zich niet tot de door iedereen gedemonstreerde waaghalzerij verlaagd. Op een gegeven moment staan we in een file te wachten tot er een rotsblok naar beneden komt. Na een tijdje mogen we door en moeten we heel snel door een bocht scheuren, langs een autowrak. Wat blijkt? De vorige dag zijn hier zeven mensen omgekomen toen het busje geraakt werd door vallend gesteente. NIET GOED! Op verschillende plekken staan militairen om het verkeer snel over bepaalde stukken te jagen. En er liggen genoeg rotsblokken op de weg waaruit blijkt dat dit geen overdreven maatregels zijn... 
Het treinstation van Jammu

Opgelucht arriveren we die avond op het treinstation in Jammu. Hier stappen we meteen op de nachttrein naar Jodhpur in Rajasthan. We slapen goed op onze bedjes en het is stil, op wat sporadische (en typisch Indische) rochel- en spuwgeluiden na. In Bikaner nemen we afscheid van Marie en springen we uit de trein; Jodhpur zullen we later nog bezoeken.

Foto´s van Kashmir

donderdag 1 maart 2012

See, Bye, Fly!


Nijlpaardenbekkie
We vinden het tijd om wild te gaan spotten, dus op vrijdagmiddag rijden we met Mabwa´s busje naar Lake Naivasha. Good old times, we voelen ons meteen helemaal thuis in het busje! Bij een politie controle onderweg checkt een agent de licentie van de bus die op de voorruit is geplakt (en prima in orde is). Als Joep de agent wil groeten, moet de deur open, omdat het draaihendeltje van het raam stuk is. De agent reageert hierop met een stalen gezicht: `As soon as you get home you 
must fix this. Or you will be arrested!´.Sommige mensen nemen hun beroep echt iets te serieus.
In Naivasha zetten we ons tentje op aan het meer en de volgende dag verkennen we per mountain bike het Hells Gate National Park. We fietsen langs zebra´s, giraffen, hartebeesten, impala´s en pumba´s. Erg tof om ze op de fiets te spotten (en ze soms te laten schrikken als we keihard bergaf racen). Na een wandeling in een kloof met warmwaterbronnen, fietsen we weer richting uitgang, wanneer een kudde buffels besluit om de weg over te rennen...! Joep crosst snel vooruit om te gaan kijken, maar Angélique gaat wat langzamer (slechte conditie!) en durft niet verder omdat de kudde spierbundels pal langs de zandpad stopt om te wachten, op zo´n 30 meter afstand. Als ze eindelijk overrennen is het een enorm indrukwekkend gezicht met al het opwaaiende stof en kabaal. En Angélique plast bijna in de broek!



Flamingo's
Op zondag maken we een boottochtje op Small Lake; hier ziet het roze van de duizenden, kraaiende flamingo´s en er liggen een paar grote nijlpaardenhoofden in het water. Een erg grappig gezicht. Na een geslaagd weekend vinden we de weg weer terug naar Nairobi en eten ´s avonds met Liz en Mabwa.
De volgende dag geeft Angélique haar laatste les op de school en rondt de cursus af met een eindopdracht, waar de studenten een aantal weken de tijd voor krijgen. Zoveel druk zijn ze niet gewend, dus met grote ogen van schrik kijken ze op. Maar ze vinden het wel een uitdaging. Na een korte evaluatie van de afgelopen week trakteren we ze op een lunch; dit bevalt beter. Tot Angélique´s verrassing tovert Mabwa vervolgens ook nog een verse bananencake tevoorschijn.
Groepskiek met de klas
Heel lekker! Na een uitgebreide fotoshoot waarbij iedereen met ons op de foto wil, nemen we afscheid van de groep, wensen we ze veel succes en rijden we naar Wildebeest Camp om onze gratis overnachting te incasseren. En die is niet mis; we krijgen een luxe tent met alles erop en eraan, incl. eigen badkamer. Na een relaxdagje, brengt Mabwa ons de volgende dag naar de luchthaven en nemen we afscheid.

Onze volgende bestemming is India, maar eerst zetten we voet op eigen grond en maken we een tussenstop van vijf uurtjes in... Amsterdam! Hier worden we warm verwelkomt door onze families die speciaal voor ons naar Schiphol zijn gereden en houden we een picknick met boterhammen met kaas, dropjes, stroopwafels en koffie! Het is erg leuk om iedereen weer even te zien na 20 weken. En een beetje gek om daarna weer in het vliegtuig te stappen om acht uur later aan te komen in Delhi, India!


In het park bijkomen van de drukte
In deze compleet andere wereld laten we ons direct naar het hotel rijden en kruipen in bed. De volgende dag beginnen we met een Indisch ontbijtje. Heftig! Rijst met superpittige prut, smerige koffie,... Dit is echt even wennen. Daarna pakken we onze spullen en nemen de metro. Hier worden we gefouilleerd en voor dames vindt dit in een afgesloten pashokje plaats; de fouillerende dame lijkt te flirten met haar poeslieve ´How are you?´, rare gelach en gezichtsexpressie. Weird!

Bij Connaught Place stappen we uit en worden meteen door allemaal mensen ongevraagd naar uiteenlopende richtingen gewezen. Ook vragen ze allemaal waar we vandaan komen en waar we heen willen en willen ze ons nep-toeristenbureaus inlokken. Aargh, laat ons met rust! We besluiten een riksja te nemen die ons naar een guesthouse brengt. 
Delhi Tourist Office...?
De beste man zegt te weten waar het is, maar vraagt onderweg aan wel tien mensen de weg en rijdt rondjes. Uiteindelijk zet hij ons op de goede plek af en kunnen we de stad gaan verkennen.

We komen uit bij een parkje waar we even gaan zitten om mensen te kijken. Maar het lijkt alsof de mensen meer naar ons kijken? Als een man met ons komt buurten –heel ongedwongen-, volgen we zijn advies op om bij het Toerisme bureau langs te gaan. Blijkbaar moet je de trein 10 dagen van te voren boeken en we hebben geen zin om veel tijd in Delhi door te brengen. Informeren kan nooit kwaad (al is vooral Angélique argwanend en verdacht op nep-toeristenbureaus...). 
Humayun´s Tomb, Delhi
Even later lopen we het achteraf kantoortje binnen en krijgen we een klapper met positieve handgeschreven reviews onder de neus geschoven. En nog even later hebben we een vlucht geboekt naar Kashmir en worden we door een privé-chauffeur nog even naar een paar toeristische hoogteputen van Delhi gereden (Humayun´s Tomb, dit graf van keizer Humayun ziet eruit als een roze Taj Mahal, en India Gate waar het stikt van de locals die hier een onsterfelijke soldaat vereren). Daarna laten we ons bij een restaurantje afzetten, waar we ons laten verrassen door een ondefinieërbare, maar wel lekkere Indische maaltijd.

Goed. Dus... morgen vliegen we naar Kashmir!

Foto's Kenya   Foto's India