zondag 28 oktober 2012

Avondeten opgraven en wegsleepavonturen

Hangi: het eten is klaar!
Na een ontbijtje aan het water bij Doubtless Bay, rijden we door richting oosten. Een klein uur later besluit ons busje om er ter hoogte van Kaeo de brui aan te geven. Uiteraard net wanneer Angelique voor het eerst achter het stuur zit... Joep doet een snelle check en verwacht dat het probleem iets electrisch moet zijn. Even later staat Angelique langs de weg auto’s toe te zwaaien. Meteen stopt er een aardige kiwi en met een sleepkabel van anderhalve meter worden we even later het dorpje Kaeo ingereden. Angelique krijgt onderweg een halve zenuwinzinking; berg op, berg af, bruggetjes van 1 auto breed, slingerwegen. Genieten. Bij de garage beginnen er al snel twee mannetjes van weinig woorden aan te sleutelen. Het ziet eruit alsof ze weten wat ze doen. Dan blijkt dat de veer van onze contactpuntjes gebroken is, ook waren ze al flink versleten.
Na 6u bier drinken: aanvallen!
Gelukkig heeft de vorige eigenaar alvast nieuwe in het dashbordkastje gelegd (vooruitziende blik?), dus binnen no-time zijn we weer op weg (voor slechts 35 dollar!).
‘s Avonds komen we aan in Bay of Islands, in het dorpje Paihia. Hier maken we de volgende morgen een mooie wandeling langs de kust. Daarna rijden we via Whangarei en Waipu Cove terug naar Wuarai. Hier koken we een lekker pastaatje voor onze favoriete koeienboer Wayne, die ons heeft uitgenodigd voor een hangi. Deze vindt de volgende dag plaats bij Tim; een van onze Ruawai maatjes die bij, jaja, AGCO werkt. Een oud-collega van Joep dus.
Op vulkaan Toka Toka of Maungaraho
Voordat we aan de hangi beginnen, beklimmen we nog even de twee oude vulkanen die in de buurt liggen. Het zijn mooie en niet al te lange wandelingen die een mooi uitzicht bieden over de omgeving. Hierna gaan we naar Tim’s huis, waar de fik al is aangestoken. Een Hungie is een traditionele Maori maaltijd. Vlees en groenten (en zelfgemaakte custardcake!) worden samen met super hete stenen in een gat in de grond gelegd. Dit wordt vervolgens afgedekt met natte doeken en dan aarde. Net voordat het gat helemaal dicht gaat, wordt er nog water ingegooid; het resultaat is een natuurlijke stoomoven. Dan begint het wachten. Drie uur zeggen ze en we zijn al best hongerig, dus dat is best lang. Tijdens het wachten sneuvelen er aardig wat flesjes Speicht, het favoriete biertje van de kiwi’s.
Na 4 (!!) uur is het dan eindelijk tijd om de schop er bij te pakken en de maaltijd te excaveren. Gelukkig is het vlees goed gaar en de puddingcake smaakt ook heerlijk. De volgende dag helpt Tim ons om het roestgaatje in onze bus te fixen (glasvezelwas blijkt helaas niet geacepteerd te worden voor de APK). Zoals vaak met roestgaatjes wordt het tijdens het maken steeds groter, maar het komt allemaal best goed.
Huishond van Tim
‘s Middags gaan we nog ergens vissen vanaf een pier en Angelique vangt 3 snappertjes! Ook bezoeken we het Kauri museum, waar we veel over de historie van Nieuw-Zeeland en de hout industrie leren. Voordat we Ruawai verlaten, gaat Joep nog met Tim naar een traktor met problemen. Echt grappig dat we hier bij een AGCO man terecht komen. Angelique houdt ondertussen Kyla (Tim’s vrouw) en hun drie kinderen gezelschap en jaagt af en toe een ondeugend schaap het huis uit (!?). Om de superaardige mensen in Ruawai te bedanken voor de gezelligheid en hulp koken wij ‘s avonds een lekker maaltje voor ze.
Een heet bad
Na een gezellige avond verlaten we Ruawai weer en na een korte stop in Auckland rijden we door naar het Coromandel schiereiland. Hier is Hot Water Beach; een plek op het strand waar bij eb heet water door het strandzand omhoogsijpelt. Het strand is vol met mensen die kuilen graven (ja, we spotten ook enkele Duitsers) en zo hun eigen bad maken. Het zoete, hete water moet wel gemengd worden met zeewater, want anders is het te warm. Angelique pikt een kuil in en geniet van het hete bad (en rent af en toe de zee in om af te koelen!).
Bij onze lunchstop worden we geconfronteerd met een iets minder leuke kant van Nieuw-Zeeland; de beruchte autoinbraken. Op een parkeerplaats staan vijf auto’s met ingeslagen ruiten.
Het is pas net gebeurd en de eigenaren die terug komen van een wandeling, balen er flink van. Na een lange rijdag arriveren we ‘s avonds bij onze Couchsurf host Terence in Taupo.

zondag 21 oktober 2012

700 koeien melken en met een shotgun schieten

Met Wouter in Auckland
Op naar Nieuw-Zeeland! We mogen de Australische bodem echter niet verlaten voordat we een grondige inspectie van onze bagage hebben gehad en ook moeten we bij de incheck-meneer een veel te duur exit ticket boeken (dat daarna wel weer kostenloos geannuleerd kan worden!? Ok, prima dus.). Na een korte nachtrust komen we aan in Auckland. Hier zoeken we een hostel op en ontmoeten we Angelique's neefje Wouter, die hier al twee jaar woont. Erg leuk om hem weer eens real-life te zien en spreken!
Maori Joep
's Avonds zijn we eigenlijk erg moe, maar de pubcrawl die ons van alle kanten wordt aanbevolen, klinkt toch net te gezellig. Met onze dorm-genoten Tim (NL) en Jon (UK) maken we er een latertje van. Ze weten hier wel hoe ze een feestje moeten bouwen!
Nadat een gepaste uitslaapsessie, gaan we op autojacht. Meteen kunnen we al een busje bezichtigen en na een (korte, maar interessante) onderhandelingsactie is hij van ons. Binnen een dag maken we al het papierwerk in orde en kunnen we op pad in ons nieuwe 'roadhouse': een bescheiden Nissan Vanette. Het is wel even wennen na de jeep!


Zwart zand op Bethells Beach
We willen eerst de regio Auckland en Northland bezoeken; hier zijn veel groene heuvels met koeien en schapen. De dorpen hebben allemaal (voor ons) vreemde Maori namen, wat wel grappig is. Als we 's avonds een plekje voor de nacht hebben gevonden, blijkt dat we op een private road staan. Maar geen nood, een vriendelijk stel biedt ons aan om bij hun in de straat te komen staan. 
Ons Nissan-hotel
Zo gezegd, zo gedaan, en slapen maar... tot er om 04u00 iemand met dikke koplampen in de bus staat te schijnen en agressief staat te gassen. Gelukkig taait hij af. Maar om 06u00 is het weer zover. Dit keer stapt Joep uit en de vroege vogel blijkt een agressieve buurman te zijn. Hij meent dat hij ons lawaai heeft horen maken, maar dit kan niet, want we sliepen. Als hij hoort dat zijn buren ons hebben uitgenodigd, biedt hij zijn ontschuldigingen aan. 
Na nog een beetje slaap, gaan we 's morgens op de koffie bij onze gastvrouw, die erg vriendelijk is, en vanuit haar keuken kijken we uit op de baai. Prachtig!
Het weer in Nieuw-Zeeland is wisselvallig; ' four seasons in a day' , en dat is niet overdreven. De wind en de overwaaiende buien maken het leven in ons busje tot nu toe nog niet al te plezant (probeer maar eens buiten te koken met windkracht 5 of zo), dus we hopen op rustiger weer. 
Op de quad met Wayne en hond

We gaan weer op weg en belanden in Ruawai. Hier drinken we een biertje in de lokale hotelbar met de locals. Na een potje pool worden we uitgenodigd om koeien te melken. Nou, lachen natuurlijk, dus de volgende dag staan we 's morgens op de stoep bij Wayne, een 23-jarige melkboer. Hij heeft onlangs een zuipvakantie in Europa gehad en vond Nederland helemaal geweldig, vooral de kleine dorpen. 
Boer zoekt melk
Meteen stappen we op de quad om melk naar de kalfjes brengen (superschattig, want ze rennen meteen enthousiast op de melk af) en met de hond koeien naar de melkerij brengen (tof beest, zo'n boerderijhond). 
Daarna worden we goed ingepakt met een schort, handschoenen en lange plastic mouwen: het is tijd om de koeien te melken! Dit gaat met een melkmachine en wij mogen de zuigers op de uiers plaatsen. Best gevaarlijk, want de koeien staan hoger en kunnen zonder waarschuwing beginnen te poepen of plassen. 
Melkboer Wayne's huisje
Maar we overleven het met de nodige poepspetters en dik 700 koeien later zit het werk erop. Onze gastheer Wayne kookt 's avonds een lekker maaltje voor ons met worstjes en sweet potato's, waar de regio om bekend staat. 's Morgens staat Wayne weer om 04u00 op voor de eerste melksessie en om 08u30 ontbijten we samen. 
Oversteek bij Rawene
Nadat we in de tuin nog even met zijn shotgun hebben geschoten -gewoon, omdat het kan- (Angelique had dit nog nooit gedaan. Nu wel. Doet pijn!) nemen we afscheid en rijden via Dargaville naar het Waipoua Forest. Hier staan gigantische Kauri bomen; stevige, massieve en kaarsrechte bomen, waarvan het hout zeer gewild is. Daarna nemen we bij Rawere het veer en rijden verder noordwaards tot Waipapakauri, waar we overnachten tussen de weilanden.

's Morgens kopen we verse eieren bij de boer en graven we schelpen uit op het strand: een emmertje vol voor een Spaghetti Vongole voor het avondeten! 
Lighthouse Cape Reinga
Daarna rijden we helemaal naar het noordelijkste puntje van Nieuw-Zeeland; Cape Reinga. Hier komt de Tasmaanse zee samen met de Pacific Ocean. We vinden een campsite en spelen een potje golf (er zaten 5 golfclubs en een hoop golfballetjes in de bus!). Best moeilijk om die bal goed te raken. Ook repareren we een roestige plek in de auto met glassfiber. Het ziet er best aardig uit, hopelijk is het goed genoeg om de WOV (APK) te vernieuwen. Dit moet hier ieder half jaar gebeuren, pfff!

Foto's Australie
Foto's Nieuw-Zeeland

vrijdag 12 oktober 2012

Autoverkooprecord en bubbelen in het Great Barrier Reef

De Lagoon in Cairns
Terug in Port Douglas slaan we weer flink aan het solliciteren, maar het levert helaas geen resultaten op. Het toeristenseizoen loopt ten einde, omdat het regenseizoen gaat beginnen. Dit is te merken, want soms valt er al iets nats uit de lucht. Tegen de middag is het daarbij ontzettend warm, dus 'moeten' we het zwembad en/of de zee gezelschap houden. 's Avonds gaat Angelique bij de Italiaan aan de slag, maar de gewerkte uren blijken een beetje tegen te vallen -het zijn er nog geen 20 per week en er was 30 beloofd-, dus na een week houden we het in Port Douglas voor gezien.

Daintree rainforest
We bezoeken de Mossman Gorge, waar we een mooie wandeling in het regenwoud maken en daarna zoeken we in Cairns een camping op. De tijd is gekomen om de auto een grondige (en welverdiende!) wasbeurt te geven. Ja, ja, we hebben besloten om Australie te verlaten na vijf mooie maanden. Bling, bling; een uur later is onze witte ride weer als nieuw! Onze Duitse buren aanschouwen onze pimp-our-ride actie met bewondering en we maken er met hun een gezellige avond van met bier, wijn en mooie reisverhalen.
 
Koraal in Great Barrier Reef
De volgende dag maken een onweerstaanbare advertentie voor de auto, die we online zetten en in alle hostels ophangen. Binnen een uur begint de telefoon al te rinkelen, dit gaat goed! Op de camping ontmoeten we 's avonds een Nederlands stelletje (de jongen komt uit Baarlo) dat ook al een jaar op reis is. Weer een reden om er een latertje van te maken dus.
 
Snorkel Liek
De advertentie werkt en de volgende morgen hebben we al de eerste kijkers. Het jonge backpackers stelletje dat verschijnt, is er meteen helemaal weg van. Eenmaal, andermaal, verkocht! Nadat we al onze reisspullen weer in de backpack hebben weten te proppen en een hostel hebben gevonden, overhandigen we de auto aan de trotse nieuwe baasjes. Haije Mitsubishi, bedankt voor de mooie rit, mate!
 
Mooi, rood visje met zoenlippen
We laten er geen gras over groeien en boeken meteen het volgende vliegticket... naar Nieuw-Zeeland! Omdat we Queensland natuurlijk niet kunnen verlaten, zonder een bezoek aan het Great Barrier Reef, worden we de volgende ochtend bij de haven verwacht. We gaan met een boot naar het rif om tussen de mooie, kleurrijke visjes en het koraal te snorkelen.  

 
Harpoenjager Joep
Eerst maken we een intro duik die tot 10 meter diep gaat. Joep moet helaas vrijwel direct weer naar boven, want hij krijgt bloed in zijn mond en flinke oorpijn. Duiken is (dit was de tweede keer duiken) blijkbaar niet weggelegd voor hem. Angelique vindt het wel weer leuk en ziet een zeeslak, grappige visjes en koraal. Daarna slaan we aan het snorkelen en dit is echt leuk, want overal om je heen zie je visjes en koraal. We kijken onze ogen uit. Ja, dit is de perfecte afsluiting van onze reis in Australie!

donderdag 11 oktober 2012

Jungle meets beach en Hell's Kitchen Live


Kunst van moeder natuur
En zo rijden we dus door de tropische Tablelands, die op een kruising van alpenweiden en jungle lijkt. We zien zelfs Friesche koeien! We rijden om Lake Tanaroo -een kunstmatig meer- en bezoeken de Mobo Creek crater en de Cathedral Fig Tree; een joekel van een boom die in een ver verleden begonnen is met om een andere boom heen te groeien. Die binnenste boom heeft al lang het loodje gelegd en is weggerot. Daarna rijden we Cairns binnen en geven we de laptop af bij een HP service point. Cairns is een drukke toeristische stad met veel grote resorts en hotels. Zwemmen in de zee is er niet bij, omdat er crocs zitten en het water is er super modderig. Maar gelukkig is er de Lagoon, een mooi aangelegd openbaar zwembaad aan zee, waar het goed toeven is. Omdat hier over anderhalve maand een volledige zonsverduistering is, besluiten we werk te zoeken en tot die tijd in de omgeving te blijven. 


Varens op hoogte
Maar het jobhunting valt tegen; we zijn ook niet de enigen die iets zoeken. Zelfs bij de patatbak willen ze ons niet (terwijl Joep zo graag het Patatje Oorlog hier zou willen introduceren...!). We bezoeken 's avonds de nightmarket in Cairns, een drukke bedoening, maar wel gezellig. Ook bezoeken we de strandjes ten noorden van Cairns. Fijn zo'n mooi zandstrand, maar toch een gek idee dat er krokodillen in het water kunnen zitten hier. Maar er genoeg kleine kinderen (lokaas?) in het water, dus we durven het aan.

Fan palms, mooi!
Na een paar dagen beginnen we onze sollicitatie motivatie te verliezen, dus besluiten we naar Port Douglas te gaan. Ons is verteld dat hier wel volop werk is, dus het is een poging waard. Hier aangekomen krijgt Angelique al snel een baan aangeboden bij een Italiaanse Cucina en mag diezelfde avond al beginnen als serveerster. Super! Het is leuk werk met leuke collega's en omdat ze naast de open keuken staat, kan ze meegenieten van alle 'Hell's Kitchen' perikelen. Het eten dat op de borden verschijnt, ziet er heerlijk uit. Oesters, mudcrab (ja, dat kunnen wij ook), pasta's, risotto's, bief, mango brulee, kaasplankjes, hmmm heerlijk.

Vlechtboom in Daintree National Park
Maar Joep kan nog niets vinden helaas. Op zondag heeft Angelique vrij en rijden we naar het Daintree National Park, waar we een van de oudste regenwouden ter wereld zien. Het regenwoud gaat hier over in een prachtig zandstrand aan het Great Barrier Reef, wat best speciaal is. 
Cape Tribulation: jungle meets strand
Er zijn een paar mooie wandelingen en de ruige vegetatie is spectaculair. We rijden door tot aan Cape Tribulation, waar het strand ons roept. De kokosnoten hangen hier aan de palmbomen en we wanen ons bijna ergens in zuid-oost Azie. Als we tegen de avond weer bijna het park uit rijden, steken er drie cassowaries de weg over. Dat is bijzonder, want ze zijn bedreigd, dus we knijpen ons in de handjes!

woensdag 10 oktober 2012

Morning Glory en een (on)tembare mud crab

Armpje bruinen
We beginnen onze rit op de Savannah Way in het kleine dorpje Borroloola, waar voornamelijk aboriginals wonen. Hier komen we op de camping Jeremy tegen, een jonge Fransoos met rossige dreads, die dikke pech heeft met zijn auto. Helaas kunnen we hem niet helpen. Wel laat hij ons hele stoere filmpjes zien van zijn 4x4 rit op de Old Telegraph road. Dat ging er heftig aan toe, dus het is eigenlijk geen wonder dat zijn auto het heeft begeven. De volgende dag nemen we afscheid en steken we de grens naar Queensland over. Tijd om de klok weer te verzetten. We vinden een mooi plekje voor de nacht en 's avonds verzorgt Angelique het kampvuur en het eten (zoals echt een bushwife!).
Morning Glory in Burketown
De volgende stop is Burketown; bekend van de unieke Morning Glory die hier plaats vindt in oktober en november; mischien hebben we geluk en mogen we dit bijzondere fenomeen meemaken. Er zijn in ieder geval een aantal hanggliders in town, die elke dag hopen op een goede Morning Glory wolk waar ze op kunnen gliden. Burketown is een klein, maar aangenaam dorpje. Het ligt aan een rivier, dus we slaan weer aan het vissen. De gevangen baars en meerval zijn helaas te klein, dus gaan weer terug het water in. Bij een rivier met crocs slaan we ons kamp op (de crocs kunnen blijkbaar niet de hogere rivierbank op klimmen, dus het is veilig?), een mooi plekje. De man bij de Tourist Office heeft veel mooie verhalen te vertellen over de historie van het dorp, mega krokedillen, orkaans en ander onheil. Altijd leuk. Maar wij willen eigenlijk wel eens een van die grote krokodillen zien, dus we gaan op zoektocht bij de rivier. Na een tijdje hebben we geluk en zien we er een paar in het water liggen. Vet!
Barramundi ' gevangen'
De volgende dag doen we weer een vispoging en Angelique heeft beet; na een tijdje in bikini een boek te zitten lezen komt er een visser spontaan een grote barramundi brengen. Lekker!! Ook zetten we een krabbenval uit die we gevonden hebben. Eens kijken of de krabben barramundi restanten lekker vinden. En ja hoor, de volgende morgen checken we de val en er zit een grote mud crab in! Het is een wildebras en hij weet zelfs even te ontsnappen, maar beland even later toch in onze koelbox.
Mudcrab als lunch
We maken een stop bij de Tourist Office voor bereidingsadvies van onze storyteller. Hij wil het beest meteen een tentharing door de mond steken. Maar dit wil Joep liever zelf doen, zodat hij zo lang mogelijk vers blijft... Zo gezegd, zo gedaan en 's middags ligt de delicatesse op ons bord (laten we niet tot in details treden over de voorbereidingen) en het smaakt heerlijk!
De volgende morgen zijn we vroeg uit de veren, want om 6u zou de Morning Glory golf aankomen. We rijden meteen door naar de gigantische zoutvlakte, die net buiten het dorp ligt en zien hier een soort van Morning Glory aan komen rollen. Hij is niet perfect, maar goed genoeg om het idee te krijgen. Daarna zien we er nog twee overrollen. In feite zie je een hele lange horizontaal rollende wolk vanaf de zee landinwaards rollen. Samen met de zonsopgang maakt dit een bijzonder plaatje.
Via Normanton rijden we verder richting Croydon. We slapen langs een oude spoorlijn tussen wild cattle. Gelukkig houden ze zich rustig. Aan het ontbijt telt Angelique de volgende morgen 35!!! muggenbulten. Joep heeft er uiteraard geeneen... Frustratie!
Wild cattle langs de weg
Het landschap onderweg is vrij saai en we zijn blij als we bij Mount Surprise een camping vinden met bijzonder entertainment; de eigenaar heeft een paar slangen en geeft een boeiende presentatie. De slangen worden ook gevoerd en we zien het muisje langzaam door het lange lijf naar beneden zakken. Ook mogen we ze vasthouden en om de nek hangen. Het is een vreemd gevoel om de spieren te voelen bewegen en de huid aan te raken, maar wel gaaf.
Waterpython aaien!
De volgende dag rijden we eindelijk de savanna uit en het superdroge landschap veranderd opeens in groene heuvels met bossen en Friesche koeien! We zijn helemaal perplex; dit zijn dus de Tablelands. Wat een contrast. We bezoeken de Millstream Falls, de prachtige Millaa Millaa Falls en de Zillie Falls. Help, wat een hoop toeristen en jonge backpackers opeens allemaal. Dus dit is de East Coast. We maken nog een stop bij Mount Hypipamee National Park om een krater en de Dinner Falls te zien. We rijden op allemaal kleine slingerweggetjes met grasvelden en subtropische vergetatie. Fijn om weer eens te moeten sturen. In het dorpje Atherton slaan we sinds lange tijd weer eens flink vers groente en fruit in. Heerlijk, dat hebben we gemist in de outback!

dinsdag 9 oktober 2012

Hiken in Bungle Bungles en chillen in de hot springs

Conglomerate in Palm Gorge
Nadat we er aan het ontbijt achter komen dat de harde schijf van de laptop het heeft begeven (grrr), gaan we op weg naar het Purnululu National Park (beter bekend als Bungle Bungles); een rit met prachtige uitzichten op de heuvels om ons heen en een paar river crossings. Hier zien we ruige conglomeraat rotsen in de kloof van Palms Gorge en veel Livistona palmbomen bij Ichidna Chasm. Erg mooi. De volgende morgen pakken we onze backpacks en beginnen aan een tweedaagse hike in de Piccaninni Gorge. Hier lopen we tussen de bijenkorven waar Bungle Bungles zo bekend om staat. Deze domes met zwart/oranje banden zijn 360 miljoen jaar oud! Boven ons doet de zon goed haar best met 40 graden, dus we zweten er peentjes bij. Hoewel we de enige gekken zijn die het park te voet verkennen, vliegen er wel regelmatig helicopters met toeristen over. Mietjes...
Echidna Chasm
Tegen de avond vinden we een mooi plekje in de schaduw en we slapen in de binnentent met uitzicht op de sterrenhemel (en de muggen kunnen ons zo lekker niet prikken, gnagna). Om 6 uur worden we weer door het zonnetje gewekt en verkennen we de zogenaamde 'five fingers' waar de gorge op uitkomt. Hier lopen niet veel mensen, dus we moeten vooral zelf een weg banen door de spinifex. En $#%^&^ grutjes, wat doet dat pijn aan je benen! De krassen bijten nog uren later heftig na. Op de terugweg missen we Black Rock Pool; de enige plek om water bij de pompen.
Bungle Bungles
Dus een klein beetje uitgedroogd komen we een paar uur later bij de auto aan, waar we meteen elk een anderhalve liter fles water opkloeken. Van andere wandelaars krijgen we zelfs koekjes en mandarijntjes; we zullen er wel erg afgepeigerd uitgezien hebben. Na een douche op de campsite gaan we weer fris en fruitig op weg naar Kunnunurra. Hier hebben we na een dikke week eindelijk weer telefoon ontvangst. Het eerste bericht dat we krijgen is echter minder leuk; de oma van Joep is 's nachts overleden. Dat is niet leuk als je aan de andere kant van de wereld zit. Gelukkig is er Skype, dus kunnen we wel meteen met het thuisfront bellen.
Aboriginals bij het Roadhouse
In Kunnunurra drinken we 's avonds een biertje met een paar bekenden van Angelique (van de cruise) die toevallig ook in Kunnunurra zijn; leuk om iedereen weer even te zien. Maar 27 AD voor drie pils? Auch! Met een lichte kater bakken we de volgende morgen weer uit de tent en besluiten om aan de Ord rivier te gaan vissen. Helaas is het niet erg succesvol en er zijn ook geen krokodillen die even komen kijken om het spannend te maken, dus we rijden naar swim beach om af te koelen. Hier zitten geen crocs, nee.
Kukaburra!
Tijd om Katherine aan te doen. Hier lopen opvallend veel aboriginals op straat. Nadat we onze boodschappen hebben gedaan, komen we Tom en Bindy weer tegen. Ze hebben problemen met hun auto en willen zo snel mogelijk naar Darwin om het te laten maken. Rot voor ze. Wij maken een lunchstop bij de Hot Spring (32 graden; erg lekker!) en tuffen daarna door naar Katherine Gorge National Park om een wandeling te maken tussen de wallabies. Ze zijn erg tam hier en het is Angelique gelukt om er een te aaien. Jippie! Best stug haar hebben ze.Joep deed ook een poging, maar werd toen ondergespuwd. Dachten we. Of was het vogelpoep?
Een dip in de Hot Spring
We houden Katherine weer voor gezien (maar niet na nog een dip in de Hot Spring) en rijden door naar Mataranka. Hier gaan we 's morgens eerst naar de Baramundi Feeding Show. Ze voeren de grote vissen en die springen uit het water om naar het eten te happen. Best geinig om te zien. Maar wij geven de voorkeur aan Bitter Springs; de tropische, thermische pool van Mataranka (34 graden!).We zetten de snorkel op en laten ons in het superheldere water met de stroming meeglijden. Helemaal ontspannen rijden we daarna door naar Daly Waters, waar we de afslag naar de Golf van Carpentaria nemen; de ondiepe zee tussen Australie en Papua New Guinea. Hier loopt de Savannah Way langs de kust; een lange, ongeasfalteerde kustweg richting Cairns. Op naar Queensland!